Model 1.00 - Inhoudsopgave departementale begroting (inclusief modelverwijzing)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van ... (...) voor het jaar 20..
 

Memorie van Toelichting

Model

1.1

Voorstel van wet

zie model 1.10, model 1.11, model 1.12, model 1.14

1.2

Begrotingsstaat

zie model 1.20, model 1.21, model 1.22, model 1.24

 

Geraamde uitgaven en geraamde ontvangsten van het departement verdeeld over de beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen

zie model 1.25

1.3

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

zie model 1.30

 

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

zie model 1.30

 

1. Leeswijzer

zie model 1.31

 

2. Beleidsagenda

zie model 1.32a tot en met f

 

3. Beleidsartikelen

zie model 1.33 a tot en met g

 

4. Niet-beleidsartikelen

zie model 1.34a, model 1.34b, model 1.34c en model 1.34d

 

5. Begroting agentschappen (optioneel)

zie model 1.35 en model 1.35a

 

6. Departement specifieke informatie (optioneel)

 
 

Bijlagen:

 
 

- Bijlage 1: Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijk Taak

zie model 1.36

 

- Bijlage 2: Specifieke uitkeringen per departement

zie model 1.37

 

- Bijlage 3: Verdiepingsbijlage

zie model 1.41

 

- Bijlage 4: Moties en toezeggingen

zie model 1.42

 

- Bijlage 5: Subsidieoverzicht

zie model 1.43

 

- Bijlage 6: Evaluatie- en overig onderzoek

zie model 1.44

 

- Bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

zie model 1.45

 

- Bijlage 8: NGF-bijlage

zie model 1.47

 

- Departement specifieke bijlage

 
 

- Lijst van afkortingen

 
 

- Trefwoordenlijst

 

TOELICHTING

  • Het wetslichaam heeft geen inhoudsopgave. De inhoudsopgave zoals deze moet worden opgenomen in de memorie van toelichting begint pas bij onderdeel 1.3. De nummering begint dus ook bij dit onderdeel. In het model is voor het totaaloverzicht de gehele inhoud van een begroting opgenomen.

  • In de kop wordt de naam van de begroting met tussen de haken het nummer van de betrokken begroting in Romeinse cijfers vermeld, conform de nummering in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (zie De inrichting van de rijksbegroting).

  • De staafdiagrammen worden direct na de inhoudsopgave van de memorie van toelichting weergegeven.

  • Het wetslichaam en de memorie van toelichting beginnen beide met paginanummer 1.

  • Voor de begrotingen van de programmaministers geldt dat bij de niet-beleidsartikelen het apparaatsartikel vervalt. Een minister zonder portefeuille (of een programmaminister) heeft geen eigen ministerie en beschikt dus niet over eigen personeel.

  • In geval van de begrotingen van de programmaministers geldt voor de bijlagen dat hierin alleen die onderdelen worden opgenomen die onder de verantwoordelijkheid van de desbetreffende minister vallen.

  • Onder departement specifieke informatie worden de volgende overzichten verstaan: 'Sociale fondsen SZW', «Koopkracht» van SZW en «Financieel Beeld Zorg» van VWS.