Beleidsbrieven

Bepalingen

De beleidsbrief bevat voor het jaar t tot en met t+5:

  • specifieke mutaties en herschikkingen conform het model van de begrotingsrapportage dat in de beleidsbrief wordt geïntegreerd;

  • mutaties waarvoor een beroep wordt gedaan op het generale beeld;

  • de wijze waarop de eindejaarsmarge wordt ingezet. In de beleidsbrief wordt een overzicht opgenomen met de totale eindejaarsmarge, gesplitst naar de beleidsartikelen waarop deze wordt ingezet (zie Eindejaarsmarge in de Begrippenlijst) en aangegeven wordt om welke reden de middelen op dat artikel worden toegevoegd en waar eventueel sprake is van overlopende verplichtingen. N.B. Medio oktober (t-1) wordt door de IRF informatie verstrekt over de omvang van de voor het jaar t geldende maximale positieve eindejaarsmarge;

  • voorstellen die (direct of indirect) tot derving van belastinginkomsten leiden;

  • het beroep op de leenfaciliteit. De meerjarige leenaanvragen van agentschappen vormen integraal onderdeel van de beleidsbrief. Deze moeten als bijlage bij de beleidsbrief gevoegd worden en als afschrift aan de directeur Begrotingszaken worden gestuurd. Deze aanvraag wordt opgesteld conform de Regeling Agentschappen 2024. In de aanvraag wordt tevens aangegeven tot welke investeringscategorie de investering behoort, alsook de gewenste looptijd van de lening. Voorts wordt elke aanvraag voorzien van een toelichting per geplande investering met betrekking tot nut, noodzaak en doelmatigheid. Zie voor het voorgeschreven format ‘aanvraag leenplafond’. De bedragen worden vermeld in € 1.000 nauwkeurig. Iedere aanvraag moet voorzien zijn van de handtekening van de directeur FEZ van het moederdepartement van het agentschap;

  • aanvraag voor bestemmingsfonds. Aanvragen voor het instellen van een nieuw bestemmingsfonds op de balans van een agentschap vormen integraal onderdeel van de beleidsbrief. Deze moeten als bijlage bij de beleidsbrief gevoegd worden en als afschrift aan de directeur Begrotingszaken worden gestuurd. Deze aanvraag wordt opgesteld conform de Regeling Agentschappen 2024. In de aanvraag wordt tevens aangegeven welk vastomlijnd doel (eindig in de tijd) het fonds moet dienen, wat de looptijd en omvang is, welke afspraken er zijn gemaakt over een eventueel resterend saldo en de wijze van vulling en onttrekking aan het fonds. Daarbij moet de financiering voor minimaal de helft afkomstig zijn vanuit andere partijen dan het agentschap zelf en vooraf worden toegezegd door die partijen. Zie voor het voorgeschreven format ‘aanvraag bestemmingsfonds’. De bedragen worden vermeld in € 1.000 nauwkeurig. Iedere aanvraag moet voorzien zijn van de handtekening van de directeur FEZ van het moederdepartement van het agentschap;

  • alle overige mutaties, voor zover deze niet binnen de bovenstaande categorieën vallen en die relevant zijn voor de budgettaire besluitvorming door de ministerraad, zowel voor de Rijksbegroting in enge zin, de Sociale Zekerheid als de Zorg;

  • bij invoering van nieuwe risicoregelingen (garanties, leningen of achterborgstelling), en bij aanpassing of evaluatie van bestaande risicoregelingen, wordt gebruik gemaakt van het toetsingskader Risicoregelingen. Dit toetsingskader wordt in de beleidsbrief opgenomen. In uitzonderingssituaties waarin dergelijke nieuwe regelingen niet kunnen wachten tot het moment beleidsbrief, geldt dat voorstellen in ieder geval langs de ministerraad gaan -vergezeld van het ingevulde toetsingskader en de uitkomsten worden meegestuurd. Nieuwe risicoregelingen (garanties, leningen en achterborgstellingen) en aanpassingen in bestaande regelingen zijn altijd onderdeel van de (integrale) besluitvorming in de ministerraad bij het hoofdbesluitvormingsmoment. Aangezien garantieregelingen onder voorafgaand toezicht vallen van de Minister van Financiën, worden voornemens tot het opzetten van risicoregelingen en wijzigingen van bestaande risicoregelingen in een zeer vroeg stadium aan het Ministerie van Financiën kenbaar gemaakt. In de begroting is model 1.32d opgenomen (overzicht van risicoregelingen; voorheen garantieoverzicht) en in het jaarverslag is model 3.21b opgenomen;

  • bij voorstellen voor fiscale maatregelen die extracomptabel vermeld zullen worden op de departementale begrotingen, wordt gebruik gemaakt van het Toetsingskader Belastinguitgaven. Dit toetsingskader wordt in de beleidsbrief opgenomen. In uitzonderingssituaties waarin dergelijke fiscale maatregelen niet kunnen wachten tot het moment beleidsbrief, geldt dat voorstellen in ieder geval langs de ministerraad gaan. Het ingevulde toetsingskader en de uitkomsten worden meegestuurd. Zie voor het Toetsingskader model 4.55.

Voor de introductie van nieuwe dan wel intensiveringen van bestaande fiscaleregelingen en de evaluatie van deze regelingen geldt een restrictief toetsingskader. Met behulp van het toetsingskader wordt afgewogen of (de intensivering van) een fiscale maatregel al dan niet de voorkeur heeft.

De beleidsbrief geeft aan welke zaken betrokken horen te worden bij de besluitvorming in de ministerraad over de uitvoering jaar t en de begrotingsvoorbereiding jaar t+1 (inclusief eventuele doorwerking naar latere jaren). De brief dient alle mutaties te bevatten die met het oog op de besluitvorming in de ministerraad van belang zijn (ook met betrekking tot de SZA en Zorg, inclusief macro-economische mutaties en volumebijstellingen).

Het departement neemt een overzicht op van de beleidsconclusies uit de jaarverantwoording over jaar t-1 en geeft aan hoe en in welke mate hier uitwerking aan wordt gegeven, zo mogelijk in samenhang met voorstellen ten aanzien van de begrotingsvoorbereiding.