Model 1.22 - Begrotingsstaat begrotingsfonds

Vastgestelde begrotingsstaat van het ……fonds voor het jaar 20.. (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

 

Beleidsartikel

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

01

Beleidsartikel 01

     

02

Beleidsartikel 02

     

0*

Niet-beleidsartikel 0*

     
 

Subtotaal

     

0*

Na-/Voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1)

 

U(t-1) - O(t-1)

O(t-1) - U(t-1)

 

Subtotaal

 

U (t)

O (t)

0*

Na-/Voordelig eindsaldo (cumulatief) huidig jaar (t)

 

O(t) - U(t)

U(t) - O(t)

 

Totaal

 

0

0

TOELICHTING

  • In de kop wordt tussen de haken het nummer van de betrokken begroting in Romeinse cijfers ingevuld, conform de nummering in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (zie De inrichting van de rijksbegroting).

  • De inhoud van dit model wordt zoveel mogelijk toegepast. Niet alle onderdelen zullen gelden voor elk fonds. De (sub)totalen voor de verplichtingen, uitgaven en de ontvangsten moeten in elk geval uit de staat blijken. De subtotalen uitgaven en ontvangsten worden verwerkt in de Rijksbegroting (Miljoenennota) en de realisaties in de Rijksrekening (Financieel Jaarverslag van het Rijk). Ook de gecumuleerde saldi van het vorige en het huidige jaar moeten worden opgenomen in de staat. In de oorspronkelijke begroting kan zo nodig worden volstaan met een PM-raming; in de rekening (jaarverslag, zie model 3.30b) wordt het realisatiebedrag opgenomen.

  • In de begroting van een fonds worden geen apparaatsuitgaven/ontvangsten opgenomen. Apparaatsuitgaven/ontvangsten dienen te worden geautoriseerd in het begrotingshoofdstuk van het moederdepartement. Wel kunnen uitgaven die in een artikel uit een begrotingshoofdstuk als programma-uitgaven zijn opgenomen, in een fonds worden uitgesplitst in apparaat (van een agentschap of ZBO/RWT) en/of programmakosten.

  • In de leeswijzer bij de begroting van het fonds wordt aangegeven dat de apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement.

  • U = uitgaven, O = ontvangsten, (t) = het begrotingsjaar, (t-1) = het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar (t).