Model 2.29 - Exploitatie- en kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap
Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de tweede suppletoire begroting.
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting |
(3) Mutaties 2e suppletoire begroting |
(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd |
|
---|---|---|---|---|
Baten |
||||
omzet moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
Omzet overige departementen |
0 |
0 |
0 |
0 |
Omzet derden |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Personele kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan eigen personeel |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan inhuur externen |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige personele kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Materiële kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige materiële kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rentelasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Afschrijvingskosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Materieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten |
||||
Immaterieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting |
(3) Mutaties 2e suppletoire begroting |
(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd |
||
---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal investeringen (-/-) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
0 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
0 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) |
0 |
0 |
0 |
0 |
TOELICHTING
Exploitatieoverzicht geeft inzicht in de opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting tot en met de stand van de Najaarsnota.
Let op: bij regel 5 is de maximale roodstand 0,5 miljoen euro.
Kasstroomoverzicht: de uitsplitsing van de totale operationele kasstroom naar ontvangsten en uitgaven is verplicht per begroting 2017. Eerdere toepassing wordt aanbevolen. Indien de uitsplitsing nog niet blijkt uit de begroting uit eerdere jaren, dan kan volstaan worden in de betreffende kolom met vermelding van alleen het totaal van de operationele kasstroom.
Alle (sub)totalen dienen de som te zijn van onderliggende detail regels. Indien er één of meerdere «waarvan» wordt opgenomen welke niet gelijk is met of optelt tot het (sub)totaal dient er een «waarvan overig» te worden opgenomen.
Dit model wordt ingevuld bij cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting, voor zover mutaties ten opzichte van de oorspronkelijke begroting niet reeds zijn gemeld bij de 1e suppletoire begroting.
Daarbij geldt dat:
de cumulatieve mutaties worden bezien op het totaal aan baten of lasten van een agentschap (dus niet op een individueel item als bijvoorbeeld omzet moederdepartement of omzet derden);
de cumulatieve mutaties worden bezien ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting;
dit model niet ingevuld hoeft te worden, indien de mutaties bij 2e suppletoire per saldo 0 zijn. Het saldo is per categorie (baten of lasten).
Voorbeeld: bij 1e suppletoire is sprake van een overschrijding van 2% die absoluut minder is dan € 20 miljoen. Deze mutatie hoeft niet te worden toegelicht. Indien zich bij 2e suppletoire een overschrijding voordoet van 4%, dan moeten beide overschrijdingen worden gemeld bij de 2e suppletoire. Hoewel de twee afzonderlijke mutaties kleiner zijn dan 5%, is sprake van een cumulatieve overschrijding van de oorspronkelijk vastgestelde begroting met 6%.
Voorbeeld: in het geval er bij 2e suppletoire - binnen het totaal aan baten - een mutatie van + € 25 miljoen (bijvoorbeeld omzet moederdepartement) en een mutatie van ‒ € 25 miljoen (bijvoorbeeld omzet derden) hebben voorgedaan, dan wordt dit model niet toegelicht. Immers, per saldo bedragen de cumulatieve mutaties 0 en is het totaal aan baten niet gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.