Model 3.10 - Aanbieding jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

In dit onderdeel wordt het jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal en wordt het verzoek tot dechargeverlening gedaan. Dit verzoek wordt gericht aan de Voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal. Daartoe wordt gebruik gemaakt van onderstaande standaardtekst.

AANBIEDING JAARVERSLAG EN VERZOEK TOT DECHARGEVERLENING

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Alternatief A : voor een departementaal jaarverslag wordt de volgende tekst opgenomen:

Hierbij bied ik, mede namens de staatssecretaris van ..., het departementale jaarverslag van het Ministerie van ... (...) over het jaar 20.. aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van ... decharge te verlenen over het in het jaar 20.. gevoerde financiële beheer.

Alternatief B1: voor een niet-departementaal jaarverslag (inclusief programmaministerie), i.c. voor de koning, de hoge colleges, koninkrijksrelaties, een begrotingsfonds wordt de volgende tekst opgenomen:

Hierbij bied ik <eventueel: , mede namens de Minister/Staatssecretaris …,> het jaarverslag met betrekking tot de begroting van … (...) over het jaar 20.. aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van ... decharge te verlenen over het in het jaar 20.. gevoerde financiële beheer.

Alternatief B2: voor de situatie dat het departementaal jaarverslag en het jaarverslag van een begrotingsfonds in één boekwerk als kamerstuk worden gepubliceerd.

Hierbij bied ik, mede namens de Staatssecretaris van ..., het departementale jaarverslag van het Ministerie van ... (...) over het jaar 20.. aan, alsmede het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het fonds ... (...) over het jaar 20...

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van ... decharge te verlenen over het in het jaar 20.. gevoerde financiële beheer.

Na een van deze alternatieve teksten doorgaan met de volgende tekst:

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen>;

  • de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • het Financieel jaarverslag van het Rijk over 20…;

  • het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt <eventueel: de voorstellen van de slotwet die met de onderhavige jaarverslagen samenhangen>;

  • het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 20.. opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 20.., alsmede over de saldibalans over 20.. (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is <eventueel: slotwetten zijn> aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

In voorkomende situaties wordt hieraan de volgende passage toegevoegd:

Met het oog op de dechargeverlening wijs ik op de volgende bevindingen van de Algemene Rekenkamer. De Algemene Rekenkamer heeft met betrekking tot ...... [beleids- of bedrijfsvoeringonderwerp invullen] bezwaar ex artikelen 7.21 en 7.22, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 gemaakt. De Algemene Rekenkamer heeft mij bij haar brief van ...... meegedeeld dat zij, ook na de door mijn ministerie bij brief van ...... gegeven verklaring en voorgestelde verbeteracties, haar bezwaar handhaaft.

Bovenstaande tekst kan zonodig uitgebreid worden met een aanvullende tekst.

Hierna doorgaan met de tekst onder alternatief A of B

[Alternatief A]

De handhaving van dit – zogenaamde rechtmatigheids- – bezwaar leidt tot een zogenaamde Indemniteitsprocedure ex artikel 7.22, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016. In het kader van deze procedure zal ik uiterlijk twee maanden na de hiervoor genoemde brief van de Algemene Rekenkamer een voorstel tot vaststelling van een indemniteitswet bij de Tweede Kamer indienen (zie model 3.90). Samengevat betreft het bezwaar het volgende: ……

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat het voorstel tot vaststelling van deze indemniteitswet is aangenomen.

[Alternatief B]

De handhaving van dit zogenaamde tweede-orde-bezwaar heeft geleid tot een vermelding door de Algemene Rekenkamer van het bezwaar in haar rapport van het verantwoordingsonderzoek over 20.. met betrekking tot mijn ministerie. Samengevat betreft het bezwaar het volgende: ……

Standpunt minister op grond van artikel 2.37, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016:

Na een samenvatting van het bezwaar wordt het standpunt van de minister over het bezwaar opgenomen. Indien dit standpunt op de 3e woensdag van mei nog niet is bepaald, wordt hier aangegeven, wanneer de Tweede Kamer over dit standpunt wordt geïnformeerd. Op grond van artikel 2.37, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 moet dat in elk geval vóór de behandeling van het jaarverslag door de Tweede Kamer.

De Minister van ...,

[Naam:] ............

Handtekening: ...

Ondertekening is slechts nodig door 1 minister. Uit de eerste alinea blijkt namens welke staatssecretaris en/of (andere) minister aanbieding mede plaatsvindt.

Vervolgens onderstaande twee verklaringen opnemen op een nieuwe (rechter) pagina.

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.