Model 2.20 - Begrotingswetsvoorstel

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van ... (...) voor het jaar 20.. (Tweede suppletoire begroting).

VOORSTEL VAN WET

Ontvangen [dag maand jaar]

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van ... (...), van de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie en van de begrotingsstaat van het begrotingsfonds ..., alle voor het jaar ....;

Zo is het, dat Wij met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van (...) voor het jaar 20... wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar 20.. wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 3

De begrotingsstaat van het begrotingsfonds ... voor het jaar 20.. wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 4

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 5

Hier kan eventueel een specifiek wetsartikel worden opgenomen.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 20[..].

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden

Gegeven

De Minister van ...

TOELICHTING

Toelichting op artikel 2

Voor een agentschap kan worden volstaan met één suppletoire begroting, te weten de Slotwet. In geval alleen de Slotwet wordt toegepast, blijft dit artikel in de 1e en 2e suppletoire begroting achterwege.

Toelichting op artikel 3

Opname van artikel 3 in de departementale begrotingswet is facultatief. Indien de oorspronkelijke begroting van het fonds samen met de departementale begroting in één begrotingswet is opgenomen, worden ook de suppletoire begrotingen in één suppletoire begrotingswet opgenomen.

In de tekst wordt tussen de haken het nummer van de betrokken begroting in Romeinse cijfers ingevuld, conform de nummering in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (zie De inrichting van de rijksbegroting).

N.B. Voor de niet-departementale begrotingen (waaronder de programmabegrotingen) wordt voor de teksten voortgebouwd op de modellen van de begrotingen (zie modellen onder Begroting).

Toelichting Ondertekening minister

De Minister ondertekent niet het voorstel van wet van de 2e suppletoire begroting. De minister zet alleen zijn handtekening onderaan de artikelsgewijze toelichting van de memorie van toelichting, zie toelichting van model 2.24.

Advies Raad van State

In beginsel adviseert de Raad van State niet over suppletoire begrotingen (Wet op Raad van State, art. 19). Bij ingrijpende of substantiële budgettaire en beleidsmatige wijzigingen van de begrotingen via (incidentele) suppletoire begrotingswetten beslist de ministerraad of de suppletoire begrotingswet wel of niet voor advies aan de Raad van State wordt voorgelegd voor de verzending naar de Tweede Kamer. Het besluit om de beoogde wijziging van de suppletoire begroting in de MR te agenderen wordt in overleg met de directie FEZ en/of beleidsdirecties van de betrokken minister en Financiën/IRF genomen.