Model 2.94 - Memorie van toelichting

Memorie van toelichting (Suppletoire begroting September)

INHOUDSOPGAVE

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 20.. wijzigingen aan te brengen in:

1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van ...;

2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

3. de begrotingsstaat voor het begrotingsfonds …

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 5

De Minister van ...

[handtekening]

B. BEGROTINGSTOELICHTING

TOELICHTING

A. Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Een inhoudsopgave wordt opgenomen als de omvang van de memorie daar aanleiding toe geeft. In dat geval geeft de inhoudsopgave een compleet beeld van de onderdelen van de memorie van toelichting.

Bij een wetsvoorstel tot een begrotingswijziging wordt geen algemene toelichting opgenomen. De beleidsinhoudelijke toelichting bij de begroting(sstaat) wordt opgenomen in onderdeel B van de memorie van toelichting (de begrotingstoelichting).

Toelichting bij wetartikelen 1 tot en met 3

De toelichting bij deze wetsartikelen kan kort worden gehouden. Volstaan kan worden met de in het model opgenomen standaardtekst.

Toelichting bij wetsartikel 4

Het (standaard-)wetsartikel inzake de euro als waarde-eenheid van de begroting behoeft geen toelichting.

Toelichting bij wetsartikel 5

Als er in een suppletoire begroting een specifiek wetsartikel wordt opgenomen - los van de wetsartikelen die zijn voorgeschreven in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften - wordt dat wetsartikel op deze plaats te worden toegelicht.

Toelichting ondertekening minister

De minister ondertekent de memorie van toelichting na onderdeel A, te weten artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel (en niet na onderdeel B, te weten de begrotingstoelichting).

N.B. Voor de niet-departementale begrotingen (waaronder de programmabegrotingen) wordt voor de teksten voortgebouwd op de modellen van de begrotingen (zie modellen onder Begroting).

B. Toelichting bij de begrotingsartikelen

De begrotingstoelichting bestaat uit de volgende onderdelen:

  • De departementale begroting

    • Leeswijzer

    • Het beleid

      • Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties (zie model 2.98);

      • De beleidsartikelen (zie model 2.95 en model 2.95a);

      • De niet-beleidsartikelen (zie model 2.96 en model 2.97).

      • Agentschappen (zie model 2.99 en model 2.99a). Voor een agentschap kan worden volstaan met één suppletoire begroting, te weten de slotwet. In geval alleen de Slotwet wordt toegepast, blijft dit onderdeel van de begrotingstoelichting in de 1e, 2e en Prinsjesdag suppletoire begroting achterwege.

  • De begroting van het begrotingsfonds ...

    • Leeswijzer

    • Het beleid

      • Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties (zie model 2.98);

      • De beleidsartikelen (zie model 2.95);

      • De niet-beleidsartikelen (zie model 2.96 en model 2.97).