Model 1.30 - Memorie van toelichting

Afhankelijk van het model dat wordt toegepast een van de volgende koppen gebruiken:

  • In geval van model 1.10: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van … (…) voor het jaar 20..

  • In geval van model 1.11: Vaststelling van de begrotingsstaat van ... (...) voor het jaar 20..

  • In geval van model 1.12: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 20..

  • In geval van model 1.13: Vaststelling van de begrotingsstaat van het …fonds voor het jaar 20..

  • In geval van model 1.14: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van ... (…) en van de begrotingsstaat van het ...fonds voor het jaar 20..

Memorie van toelichting

Inhoudsopgave

Geraamde Uitgaven en Ontvangsten (model 1.29)

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Wetsartikel 1

Wetsartikel 2

Wetsartikel x

(Standaard) wetsartikel

(Standaard) inwerkingstredingsartikel

De Minister van ...

[handtekening]

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

TOELICHTING

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Bij een begrotingswetsvoorstel wordt geen algemene toelichting opgenomen. De beleidsinhoudelijke toelichting bij de begrotings(staat) wordt opgenomen in onderdeel B van de memorie van toelichting (de begrotingstoelichting).

Toelichting bij Wetsartikel 1

De toelichting bij de wetsartikelen inzake de (departementale) begrotingsstaat wordt kort gehouden. Volstaan kan worden met de volgende standaardtekst:

"De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat/begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting)."

Toelichting bij Wetsartikel 2

De toelichting bij dit wetsartikel inzake de begrotingsstaat van de agentschappen kan in het algemeen beperkt worden tot een opsomming van de agentschappen die onder het betrokken ministerie ressorteren. Speciale aandacht kan worden geschonken aan eventuele nieuwe agentschappen die voor het eerst in de begroting zijn verwerkt.

Zo nodig kan ingegaan worden op het beleid dat de minister voert ter zake van de omvorming van bestaande diensten in agentschappen. Indien aan dit beleid aandacht wordt besteed in de algemene toelichting bij de begroting(sstaat) (onderdeel B van de memorie van toelichting) kan hier volstaan worden met een verwijzing naar die toelichting.

Bij dit wetsartikel wordt niet opgenomen de toelichting bij de begrotingen van de agentschappen. Die toelichting wordt opgenomen in onderdeel B (onderdeel agentschappen).

De toelichting bij dit wetsartikel kan (daarom) worden afgesloten met de volgende standaardtekst:

«Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen agentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.»

Toelichting bij Wetsartikel x

Het (standaard-)wetsartikel inzake de euro als waarde-eenheid van de begroting behoeft geen toelichting.

Het (standaard-)inwerkingstredingsartikel van een begrotingswet behoeft geen toelichting.

Toelichting ondertekening minister

De ondertekening van de memorie van toelichting door de minister vindt plaats na de toelichting bij de wetsartikelen (dus na onderdeel A van de memorie van toelichting).

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

Zie model 1.00 voor de artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen.