Model 1.33g - Begrotingsreserves
Begrotingsreserve [naam]
Een korte uiteenzetting over de reden/noodzaak/doel van de begrotingsreserve, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de redenen waarom niet voor een van de alternatieve begrotingsinstrumenten is gekozen (t.w. aanpassing van de meerjarenramingen, toepassing eindejaarsmarge of toepassing van een kasschuif). Verwijzing naar relevante Kamerstukken waarin de begrotingsreserve is opgericht en of wordt beschreven.
Er wordt een verloopoverzicht (zie tabel) gepresenteerd, waarin kwantitatieve informatie wordt opgenomen.
Kwalitatieve duiding bij de gegeven informatie in het verloopoverzicht van de begrotingsreserve en aanvullend relevante informatie voor de Tweede en Eerste Kamer.
Van de verwachte stand van de begrotingsreserve per 1 januari van het jaar t wordt vermeld – in percentages – welk deel daarvan juridisch is verplicht.
Stand per 1/1/t-1 | Verwachte toevoegingen t-1 | Verwachte onttrekkingen t-1 | Verwachte stand per 1/1/t | Verwachte toevoegingen t | Verwachte onttrekkingen t | Verwachte stand per 31/12/t |
---|---|---|---|---|---|---|
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
TOELICHTING
Dit model geeft aan welke standaard-informatie in een toelichting bij een beleidsartikel moet worden opgenomen, indien aan dat artikel een begrotingsreserve is gekoppeld. De informatie wordt per begrotingsreserve verstrekt. In theorie is het mogelijk dat een beleidsartikel meer dan één begrotingsreserve omvat.
Dit model geldt alleen voor begrotingsreserves op basis van artikel 2.21 van de Comptabiliteitswet 2016, en niet voor een risicovoorziening zoals besproken in model 1.32e en toegelicht in het ABC Fiche begrotingsreserves.
Aanvullend op de kwalitatieve toelichting op de gegeven informatie in het verloopoverzicht, wordt als relevante aanvullende informatie bijvoorbeeld ook beschouwd (indien van toepassing): de onderbouwing van de omvang van de reserve, het jaar van beëindiging van de reserve, de met de Minister van Financiën gemaakte afspraken over het vullen en afromen van de reserve en evaluatieafspraken.
Aangegeven wordt welk deel (percentage) van de begrotingsreserve juridisch verplicht is. Dat betekent dat op het moment van opstellen van de begroting voor jaar t (in de zomer van jaar t-1) er ook al rekening gehouden moet worden met de juridische verplichte kasuitgaven die nog in de tweede helft van het jaar t-1 zullen worden aangegaan en dus tot een kasbeslag leiden in het begrotingsjaar t. Met andere woorden: alle verplichtingen die in de jaren voorafgaand aan het begrotingsjaar t zijn aangegaan en leiden tot een kasbeslag in het begrotingsjaar t. Voor een definitie van juridisch verplicht wordt verwezen naar de toelichting van model 1.33d.