Model 3.22e - Toelichting op de financiële instrumenten
Voor dit onderdeel is geen standaardmodel voorgeschreven.
TOELICHTING
In de toelichting op de financiële instrumenten wordt op bondige wijze ingegaan op verschillen (de mutaties) tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar, voor zover deze niet zijn toegelicht bij de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten, omdat destijds de afzonderlijke mutaties onder de staffelgrens bleven. Zo nodig kan volstaan worden met een verwijzing naar de slotwet. De toelichting bevat geen meerjarige beschouwingen. Voor het toelichten van de mutaties op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) wordt gebruik gemaakt van onderstaande staffel. Dit is zelfde staffel die wordt toegepast voor het toelichten van de mutaties in de suppletoire begrotingen. De aard en de oorzaak wordt per mutatie afzonderlijk toegelicht, waarbij zoveel mogelijk met PxQ gegevens wordt onderbouwd.
Voor de financiële instrumenten wordt zoveel mogelijk aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Inzicht wordt geboden in de instrumenten zoals opgenomen in de budgettaire tabel (wie heeft ze ontvangen, waar waren ze voor bedoeld, welk doel hebben ze). Voor de toe te lichten instrumenten wordt een keuze gemaakt op basis van financieel belang en politieke relevantie. Hierbij wordt ingegaan op de wijze van financieren en indien relevant een PxQ onderbouwing.
In de toelichting hoeven fiscaleregelingen niet te worden toegelicht. Hiervoor kan volstaan worden met een verwijzing naar het belastingplan.
Posten uit de budgettaire tabel die te maken hebben gehad met de gevolgen van een grote ombuiging worden in elk geval als politiek relevant aangemerkt. Hiervan wordt toegelicht in hoeverre een bezuiniging op schema ligt en wat er bekend is over de gevolgen voor de beleidsuitvoering.
Indien in de begroting bij de toelichting op de financiële instrumenten indicatoren en kengetallen zijn opgenomen, worden deze in het jaarverslag weergegeven met de streefwaarde van het begrotingsjaar en de gerealiseerde waarde (en indien relevant een basiswaarde). Voor elke indicator/kengetal wordt de bron aangegeven waarop dit gegeven gebaseerd is.
Deze indicatoren/kengetallen worden verstrekt voor het verslagjaar (t) en – indien zinvol en relevant – voor de jaren t-1 tot en met t-4. Voor het jaar t wordt een vergelijking gemaakt tussen de beoogde en uiteindelijk gerealiseerde effecten. Opmerkelijke verschillen tussen streefwaarde en gerealiseerde waarde worden kort en bondig toegelicht.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 en < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |