Model 3.70 - WNT-verantwoording 2024
Voor de jaarlijkse verantwoording in het kader van de Wet normering topinkomens (WNT) is het voor de ministeries verplicht gesteld om gebruik te maken van dit model 3.70.
De geldende wet- en regelgeving is leidend.
De WNT bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke (en semi-publieke) sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financiële jaarverslag. De publicatieplicht geldt eveneens voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking (externe inhuur). Daarnaast moet van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het individueel toepasselijk drempelbedrag te boven gaat. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vallen buiten de reikwijdte van de wet. Ten aanzien van hen geldt de publicatieplicht dus niet. De gegevens van de leden van de Top Management Groep worden opgenomen in het jaarverslag van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het geldende normenkader is te vinden via www.topinkomens.nl, daarbij gaat het onder meer om: de Wet normering topinkomens (WNT), het Uitvoeringsbesluit WNT, de Uitvoeringsregeling WNT, de Regeling Controleprotocol WNT 2024 en de Beleidsregels WNT 2024. Hier kan men ook terecht voor de antwoorden op veelgestelde vragen en een overzicht van de geldende bezoldigingsmaxima. Het algemeen bezoldigingsmaximum zoals dat is opgenomen in art. 2.3 van de WNT bedraagt in 2024 € 233.000.
Naam instelling | Naam topfunctionaris | Functie | Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing) | Datum einde dienstverband (indien van toepassing) | Dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2023) | Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd) | Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2023) | Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2023) | Totale bezoldiging in 2024 (+ tussen haakjes bedrag in 2023) | Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum | Motivering en bedrag (indien overschrijding) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
... | |||||||||||
... | |||||||||||
... | |||||||||||
... |
Wanneer op een topfunctionaris een vordering is ingesteld vanwege een onverschuldigde betaling is dit gemarkeerd in de kolom «motivering» met *) Topfunctionarissen met een bezoldiging van € 2.100 of minder zijn gemarkeerd met **)
TOELICHTING
Invulinstructie bij bezoldiging van topfunctionarissen
Als de topfunctionaris bij dezelfde rechtspersoon of instelling in hetzelfde kalenderjaar twee vergelijkbare functies als topfunctionaris vervult waarvoor bovendien een gelijk bezoldigingsmaximum geldt, mag de bezoldiging van beide functies bij elkaar worden opgeteld om vast te stellen of aan het toepasselijke bezoldigingsmaximum is voldaan. Dit kunnen twee opeenvolgende vergelijkbare functies zijn of twee vergelijkbare functies die op hetzelfde moment worden vervuld.
De kolommen «datum aanvang dienstverband» en «datum einde dienstverband» alleen invullen als de functievervulling van de functionaris in 2024 is gestart of geïndigd.
Als de omvang van het dienstverband is gewijzigd gedurende het jaar de gemiddelde omvang opnemen (berekend naar rato van het aantal maanden).
Bij een dienstverband korter dan een jaar, of dat afwijkt van een voltijds dienstverband, altijd de feitelijk betaalde bedragen opnemen en niet de bedragen die zijn herrekend naar een volledig jaar c.q. een volledig dienstverband.
Artikel 5, eerste lid, onderdeel d, Uitvoeringsregeling WNT schrijft een minimale omvang van het dienstverband van 0,025 fte en maximale omvang van 1,0 fte voor. Ook als topfunctionarissen bij het Rijk meer dan de gebruikelijke 36 uur per week werken en bijvoorbeeld een 40-urige werkweek hebben, wordt 1,0 fte ingevuld.
Als een topfunctionaris binnen een aaneengesloten termijn van 18 maanden in maximaal twaalf kalendermaanden anders dan op grond van een dienstbetrekking (op externe inhuur-basis) bij de WNT-instelling werkzaam is geweest vult u voor deze periode tot en met de twaalfde kalendermaand ‘<=12 mnd’ in, in de zevende kolom; als de topfunctionaris in meer dan twaalf kalendermaanden anders dan op grond van een dienstbetrekking werkzaam is geweest, gebruikt u voor de functievervulling vanaf de dertiende kalendermaand een nieuwe regel. U vult in de kolom «op externe inhuur basis» ‘> 12 mnd’ in. Als er geen sprake was van functievervulling anders dan op grond van een dienstbetrekking vult u ‘nee’ in.
Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking wordt voor de periode dat zij de functie korter dan dertien kalendermaanden vervullen de datum aanvang van het dienstverband ook vermeld als deze voor 1 januari 2024 ligt. De datum einde dienstverband is de laatste dag van de functievervulling of ten hoogste de laatste dag van de twaalfde kalendermaand waarin de functie wordt vervuld. Als de functievervulling langer dan een maand is onderbroken wordt dit in de motivering opgenomen. De omvang van het dienstverband wordt vermeld in uren in plaats van fte. Voor de functievervulling vanaf de dertiende kalendermaand wordt een nieuwe regel gebruikt. De datum aanvang dienstverband is de eerste dag van de dertiende kalendermaand. Verder wordt de regel op de reguliere wijze ingevuld.
Het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen met dienstbetrekking wordt berekend naar rato van de duur (in kalenderdagen) en omvang van het dienstverband.
Het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking is voor de eerste twaalf kalendermaanden gelijk aan de som van € 30.800 per gewerkte kalendermaand voor de eerste zes maanden in 2024 en € 23.400 per gewerkte kalendermaand voor de volgende maanden (maximaal 6) (binnen een aangesloten termijn van 18 maanden). Voor maanden die zijn gewerkt in 2023 gelden normbedragen van respectievelijk € 29.500 en € 22.400. Het maximum uurtarief bedraagt in 2024 € 221, bedroeg in kalenderjaar 2023 € 212 en in 2022 € 206.
Voor topfunctionarissen met een bezoldiging van € 2.100 of minder wordt met ingang van de WNT-verantwoording over 2017 volstaan met de naam en functie van de topfunctionaris. Deze topfunctionarissen worden gemarkeerd met **) achter de naam. De overige kolommen van de tabel blijven leeg en worden uitgevlakt.
Bij het toetsen aan de € 2.100 of minder grens dient rekening te worden gehouden met de totale bezoldiging van de topfunctionaris. Er kan sprake zijn van andere werkzaamheden dan die als topfunctionaris bij de WNT-instelling en/of bezoldiging uit hoofde van werkzaamheden bij gelieerde rechtspersonen.
Als er sprake is van een overschrijding die niet beschermd wordt door het overgangsrecht moet een vordering ingesteld worden op de topfunctionaris vanwege onverschuldigde betaling. Markeer dit in de kolom Motivering met *). Als de vordering bij het vaststellen van het jaarverslag reeds is voldaan kan dit vermeld worden als onderdeel van de motivering. In de tabel moet het brutobedrag vermeld worden zodat de overschrijding zichtbaar wordt. Zie artikel 5, zesde lid, onderdeel c van de Uitvoeringsregeling WNT.
Voor alle topfunctionarissen worden naast de gegevens over 2024 ook de gegevens over 2023 opgenomen. De gegevens over 2023 worden tussen haakjes vermeld, direct achter de gegevens over 2024.
Indien een onverschuldigde betaling niet ongedaan is gemaakt voor 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarin de onverschuldigde betaling heeft plaatsgevonden, wordt over de onverschuldigde betaling rente in rekening gebracht. Deze rente is gelijk aan de ingevolge artikel 120, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wettelijke rente, bedoeld in artikel 119 van Boek 6 van dat wetboek. Per 1 januari 2024 is het percentage van de wettelijke rente verhoogd van zes naar 7 procent. Deze rente wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt op 1 januari van het jaar nadat de onverschuldigde betaling heeft plaatsgevonden en eindigt op de dag voorafgaand aan die van ongedaan making.
Naam instelling | Naam topfunctionaris | Huidige functie functionaris | Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing) | Datum einde dienstverband (indien van toepassing) | Dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2023) | Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd) | Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2023) | Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2023) | Totale bezoldiging in 2024 (+ tussen haakjes bedrag in 2023) | Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum | Motivering en bedrag (indien overschrijding) | Aangemerkt als topfunctionaris tot uiterlijk (datum) | Functie als functionaris |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
... | |||||||||||||
... | |||||||||||||
... | |||||||||||||
... |
Invulinstructies bij topfunctionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd, maar die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar worden aangemerkt als topfunctionaris
In artikel 1.1, onderdeel b, onder 6 WNT is sinds 1 januari 2018 bepaald dat, een functionaris ondanks het neerleggen van zijn/haar functie als topfunctionaris voor een periode van vier jaar vanaf het tijdstip dat de functie niet langer wordt vervuld toch topfunctionaris blijft, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
de functie als topfunctionaris is aangegaan of verlengd op of na 1 januari 2018;
de functionaris heeft de functie als topfunctionaris, zoals bedoeld onder a, voor een periode van ten minste twaalf kalendermaanden vervuld, én
de functionaris na het neerleggen van zijn functie als topfunctionaris bij dezelfde rechtspersoon een dienstverband bekleedt anders dan een functie als topfunctionaris.
De onder b bedoelde periode van ten minste 12 kalendermaanden vangt aan op de datum dat de functie is aangevangen of in geval van een verlenging vanaf de datum van verlenging.
Van een dienstverband dat wordt bekleed zoals bedoeld in onder c is sprake indien dit dienstverband aanvangt binnen twaalf kalendermaanden na beëindiging van de functie als topfunctionaris zoals hierboven bedoeld onder a en b.
In de laatste twee kolommen wordt in voorkomende gevallen de omschrijving van de functie vermeld en tot welke datum de functionaris als topfunctionaris in de WNT-verantwoording zal worden opgenomen en in verband met welke eerdere functie als leidinggevende of toezichthoudende topfunctionaris.
Naam topfunctionaris | Naam andere WNT-instelling(en) in 2024 (+ tussen haakjes naam andere WNT instelling(en) in 2023) | Datum aanvang dienstbetrekking | Gecumuleerde totale bezoldiging bij alle WNT-instellingen | Het algemene bezoldigingsmaximum dan wel een voor de dienstbetrekking van toepassing zijnde hoger bezoldigingsmaximum | Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | Motivering en bedrag bij overschrijding |
---|---|---|---|---|---|---|
... | ||||||
... | ||||||
... |
Invulinstructies bij leidinggevend topfunctionaris, die ook bij andere WNT-instellingen leidinggevend topfunctionaris is
Deze opgave hoeft alleen te worden gedaan als een topfunctionaris gelijktijdig met verschillende WNT-instellingen een dienstbetrekking aangaat of is aangegaan als topfunctionaris, niet zijnde een toezichthoudende topfunctionaris. Indien dit het geval is, dient hij iedere WNT-instelling waarbij hij een dienstbetrekking heeft te informeren over de overige WNT-instellingen waar hij een dienstbetrekking heeft, zodat dit door de WNT-instellingen openbaar kan worden gemaakt. Deze meld- en openbaarmakingsplicht geldt alleen voor de topfunctionaris als hij minstens een van deze dienstbetrekkingen is aangegaan op of na 1-1-2018. In een dergelijk geval dienen alle WNT-instellingen de namen van de overige WNT-instellingen waar de topfunctionaris een dienstbetrekking heeft openbaar te maken met dien verstande dat een WNT-instelling met een topfunctionaris in dienstbetrekking met een bezoldiging van € 2.100 of minder de verplichting om dit tabelonderdeel op te nemen niet heeft. Melding geldt in voorkomende gevallen ook voor diegene die op grond van zijn/haar functie nog 4 jaar als topfunctionaris wordt aangemerkt.
Indien een topfunctionaris met verschillende WNT-instellingen een dienstbetrekking aangaat of is aangegaan als topfunctionaris, niet zijnde een toezichthoudende topfunctionaris, bedraagt de som van de bezoldigingen niet meer dan het algemeen bezoldigingsmaximum (€ 233.000) dan wel een voor een van de dienstbetrekkingen van toepassing zijnde hogere bezoldigingsmaximum. Voor zover partijen een hogere bezoldiging overeenkomen is het deel van de betalingen dat dit maximum overschrijdt ten aanzien van de meest recent overeengekomen bezoldiging onverschuldigd betaald en moet dit worden teruggevorderd van de topfunctionaris door de WNT-instelling die het meest recent een bezoldiging is overeengekomen met deze topfunctionaris.
Om het voor WNT-instellingen mogelijk te maken bovenstaande te bepalen dient de topfunctionaris alle WNT-instellingen waar hij een dienstbetrekking heeft te informeren over zijn meest recente bezoldigingsafspraken met de overige WNT-instellingen waarbij hij een dienstbetrekking heeft alsmede de datum waarop deze afspraken zijn overeengekomen, zodat deze WNT-instellingen kunnen bepalen of er bij hen sprake is van een onverschuldigde betaling. De WNT-instellingen zijn niet verplicht om de bezoldigingsafspraken die de topfunctionaris met de andere WNT-instellingen heeft gemaakt openbaar te maken. Dit geldt ook voor de datum waarop deze bezoldigingsafspraken zijn overeengekomen.
De gegevens van de overschrijding en onverschuldigde betaling dienen alleen te worden openbaar gemaakt door de WNT-instelling waarbij de overschrijding en onverschuldigde betaling ontstaat. De overige WNT-instellingen waar de topfunctionaris een dienstbetrekking heeft hoeven deze gegevens niet openbaar te maken.
Naam instelling | Functie | Omvang dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2023) | Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2023) | Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2023) | Totale bezoldiging in 2024 (+ tussen haakjes bedrag in 2023) | Individueel toepasselijk drempelbedrag | Motivering |
---|---|---|---|---|---|---|---|
... | |||||||
... | |||||||
... | |||||||
... |
Invulinstructies bij bezoldiging van niet-topfunctionarissen boven het individueel toepasselijk drempelbedrag
Eerst dient te worden vastgesteld welke niet-topfunctionarissen het individueel toepasselijk drempelbedrag hebben overschreden. Het individueel toepasselijk drempelbedrag voor niet-topfunctionarissen wordt berekend naar rato van uitsluitend de omvang, en niet de duur van het dienstverband. NB: Dit bedrag kan niet direct overgenomen worden uit de P-Direktrapportage omdat daar wel rekening wordt gehouden met de duur van het dienstverband.
Er wordt hier gesproken over ‘drempelbedrag’ in plaats van bezoldigingsmaximum, omdat de bezoldiging van niet-topfunctionarissen niet genormeerd is maar slechts openbaar moet worden gemaakt als die hoger is dan het individueel toepasselijk drempelbedrag.
Bij niet-topfunctionarissen vindt vermelding niet op naam plaats, maar op functie.
Voor iedere functionaris dient een aparte regel gebruikt te worden.
De kolommen Datum aanvang dienstverband en Datum einde dienstverband zijn vervallen vanaf 2022.
Als de omvang van het dienstverband is gewijzigd gedurende het jaar de gemiddelde omvang opnemen (berekend naar rato van het aantal maanden).
Bij een dienstverband korter dan een jaar, of dat afwijkt van een voltijds dienstverband, altijd de feitelijk betaalde bedragen opnemen en niet de bedragen die zijn herrekend naar een volledig jaar c.q. een volledig dienstverband.
Het vermelden van de bezoldiging van niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking (op externe inhuur-basis) kan achterwege blijven.
Voor alle niet-topfunctionarissen worden naast de gegevens over 2024 ook de gegevens over 2023 opgenomen. De gegevens over 2023 worden tussen haakjes vermeld, direct achter de gegevens over 2024.
Naam instelling | Naam topfunctionaris | Laatste functie | Datum beëindiging dienstverband | Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 mnd; 12 mnd) | Betaalde uitkeringen in 2024 | Individueel toepasselijke maximale ontslaguitkering | Motivering en bedrag (indien overschrijding) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
... | |||||||
... | |||||||
... | |||||||
... |
Invulinstructies bij uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking alsmede degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt.
Voor iedere topfunctionaris een aparte regel gebruiken.
Alle uitkeringen vermelden die zijn gedaan aan topfunctionarissen, m.u.v. uitkeringen die rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een wettelijk voorschrift, collectieve arbeidsovereenkomst of andere collectieve regeling.
Als een topfunctionaris op het moment van ontslag binnen een aaneengesloten termijn van 18 maanden in maximaal twaalf kalendermaanden zonder dienstbetrekking (op externe inhuur-basis) bij de WNT-instelling werkzaam is geweest vult u ‘<=12 mnd’ in, in de vijfde kolom; als de topfunctionaris in meer dan twaalf kalendermaanden op externe inhuur-basis werkzaam is geweest vult u ‘> 12 mnd’ in. Als er geen sprake was van functievervulling anders dan op grond van een dienstbetrekking vult u ‘nee’ in.
De individueel toepasselijke maximale ontslaguitkering bedraagt maximaal de bezoldiging over 12 maanden (excl. onkostenvergoedingen) met een bovengrens van € 75.000. De € 75.000 wordt slechts herrekend naar rato van de omvang, en niet de duur van het dienstverband. Voor de berekening kan de omvang niet groter zijn dan 1,0 fte. Als er sprake is van een overschrijding die niet beschermd wordt door het overgangsrecht moet een vordering ingesteld worden op de topfunctionaris vanwege onverschuldigde betaling. Markeer dit in de kolom Motivering met *). Als de vordering bij het vaststellen van het jaarverslag reeds is voldaan kan dit vermeld worden als onderdeel van de motivering.
Bezoldiging over een periode waarin een topfunctionaris – vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband – geen taken meer vervult, wordt op grond van artikel 2.10, derde lid, WNT, aangemerkt als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband. De datum waarop de topfunctionaris de uitoefening van zijn taken beëindigt, wordt aangemerkt als datum waarop het dienstverband eindigt (conform artikel 2.10, derde lid, WNT). Op de regel van artikel 2.10, derde lid, WNT gelden enkele uitzonderingen die zijn gebundeld in artikel 10 Beleidsregels WNT 2024. Als een van deze uitzonderingen van toepassing is, blijft de bezoldiging in een periode van non-activiteit – vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband - aangemerkt als bezoldiging.
NB: de invulinstructies en de toelichting bevatten een samenvatting op hoofdlijnen van de regelgeving WNT; de regelgeving zelf is echter leidend.
Topfunctionarissen zijn: de secretarissen-generaal, de directeuren-generaal, de inspecteurs-generaal en de overige leden van de Top Management Groep bij het Rijk, de vice-admiraals, de generaals, de luitenant-admiraals en de luitenant-generaals, degene of degenen die zijn belast met de dagelijkse leiding van de in artikel 1, onderdelen e tot en met h, van de Comptabiliteitswet 2016genoemde organen, alsmede alle leden van een zelfstandig bestuursorgaan zonder rechtspersoonlijkheid en de hoogste onderschikte of de leden van de groep hoogste onderschikten aan dat orgaan die in deze rol (gezamenlijk) verantwoordelijk zijn voor het gehele orgaan, en degene of degenen die zijn belast met de dagelijkse leiding van dat orgaan.
NB: de leden van de Topmanagementgroep blijven zolang zij werkzaam zijn bij het Rijk lid van de TMG en moeten altijd als topfunctionaris gemeld worden.
De WNT verstaat onder het begrip dienstverband: een arbeidsovereenkomst of andere titel op grond waarvan de topfunctionaris tegen betaling zijn opgedragen taken vervult. Voor leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking geldt een specifieke, ruimere normering voor de eerste twaalf kalendermaanden waarin de functie werd vervuld. Deze normering bestaat uit twee onderdelen: er geldt een maximum uurtarief en een individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum gebaseerd op het aantal kalendermaanden waarin is gewerkt. Vanaf de 13e maand waarin de functie wordt vervuld, geldt de reguliere normering zoals die ook geldt voor leidinggevende topfunctionarissen met een dienstbetrekking. Het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum bedraagt voor de eerste twaalf kalendermaanden waarin is gewerkt voor het jaar 2024 maximaal € 325.200. Het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum berekent u aan de hand van het aantal kalendermaanden waarin is gewerkt. Het bezoldigingsmaximum is voor de eerste twaalf kalendermaanden gelijk aan de som van € 30.800 per gewerkte kalendermaand voor de eerste zes maanden in 2024 en € 23.400 per gewerkte kalendermaand voor de volgende maanden (maximaal 6). Voor maanden die zijn gewerkt in 2023 gelden normbedragen van respectievelijk € 29.500 en € 22.400. U berekent het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum voor de gehele periode kalendermaand 1 t/m 12 als volgt.
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum = (x1 * b1) + (x2 * b2) waarbij:
x1 = normbedrag voor maand 1 t/m 6 (in 2024: € 30.800, in 2023: € 29.500)
x2 = normbedrag voor maand 7 t/m 12 (in 2024: € 23.400, in 2022: € 22.400)
b1 = het aantal kalendermaanden waarin de functie is vervuld in de periode van maand 1 t/m 6
b2 = het aantal kalendermaanden waarin de functie is vervuld in de periode van maand 7 t/m 12
Gewerkte maanden voorafgaand aan kalenderjaar 2023 worden van b1 en vervolgens van b2 afgetrokken, zie https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/telt-functievervulling-in-2015-mee-voor-de-normering-van-de-functievervulling-in-2016. Bezoldigingen die bij het einde van de functievervulling of uiterlijk na twaalf kalendermaanden het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum te boven gaan zijn, voor zover er geen overgangsrecht van toepassing is, onverschuldigd betaald.
Om te bepalen of het maximum uurtarief wordt overschreden, deelt u de totaal uitgekeerde bezoldiging in 2024 door het aantal uur dat in 2024 is gewerkt. Voor de eventueel in 2023 gewerkte periode doet u hetzelfde. Indien na afloop van de functievervulling of na twaalf kalendermaanden dit meer bedraagt dan € 221 en er geen overgangsrecht van toepassing is, is per elk gewerkt uur het meerdere onverschuldigd.
De totale bezoldiging van een topfunctionaris zonder dienstbetrekking bestaat uit de betaalde vergoedingen exclusief BTW, met uitzondering van vergoedingen die onbelast zijn als sprake zou zijn geweest van een dienstbetrekking.
Voor een nadere toelichting welke vergoedingen opgenomen moeten worden onder de categorieën ‘beloning’, ‘belastbare onkostenvergoedingen’ en ‘voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn’ zij verwezen naar de Uitvoeringsregeling WNT.
Het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen berekenen naar rato van de duur (in kalenderdagen) en omvang van het dienstverband. Voor niet-topfunctionarissen wordt het individueel toepasselijke drempelbedrag berekend naar rato van uitsluitend de omvang, en niet de duur van het dienstverband.
In het jaarverslag moeten onverschuldigde betalingen die per jaareinde nog niet zijn terugbetaald worden opgenomen als vordering op de betrokken topfunctionaris, en altijd afzonderlijk worden toegelicht (conform artikel 1.7 tweede lid WNT).
Ook betalingen die buiten de salarisadministratie plaatsvinden moeten worden vermeld indien deze tot de bezoldiging of tot uitkeringen wegens beëindiging dienstverband gerekend moeten worden.
Bezoldiging over een periode waarin een topfunctionaris - vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband - geen taken meer vervult wordt aangemerkt als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, tenzij sprake is van onvrijwillige non-activiteit (zie artikel 10 Beleidsregels WNT 2024). De datum waarop de topfunctionaris de uitoefening van zijn taken beëindigt wordt aangemerkt als datum waarop het dienstverband eindigt (conform artikel 2.10 derde lid WNT).
Departementen rapporteren ook over de onder hen ressorterende onderdelen. Dit betreft de reguliere uitvoerende diensten, de agentschappen en de zelfstandige bestuursorganen zonder eigen rechtspersoonlijkheid. Van ZBO’s zonder eigen rechtspersoonlijkheid worden alle leden opgenomen als topfunctionaris. ZBO’s met eigen rechtspersoonlijkheid vermelden de vereiste gegevens in hun eigen jaarverslagen.
In het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden de gegevens van de leden van de Top Management Groep en van de Hoge Colleges van Staat opgenomen.
Programmaministeries, zoals Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, nemen de WNT-overzichten niet op. In hun jaarverslagen wordt bij het onderdeel topinkomens verwezen naar het ministerie dat verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering.
Wanneer er op grond van de WNT geen bezoldigingen of uitkeringen wegens beëindiging dienstverband behoeven te worden vermeld mogen de daarvoor bestemde tabellen vervallen. In plaats daarvan wordt de volgende tekst opgenomen (verwijderen wat niet van toepassing is): «[Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er / Er zijn] geen [andere] functionarissen die in 2024 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2024 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. [Naast de hierboven vermelde ontslaguitkering(en) zijn er / Er zijn] in 2024 geen [andere] ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd».