Model 1.21 - Begrotingsstaat niet-departementale begroting (inclusief eventuele programmabegrotingen)

Vastgestelde begrotingsstaat van ... (...) voor het jaar 20.. (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

0

0

0

         
 

Beleidsartikelen

     

1

Beleidsartikel 01

0

0

0

2

 

0

0

0

3

 

0

0

0

4

 

0

0

0

5

 

0

0

0

6

 

0

0

0

 

Niet-beleidsartikelen

     

20

Algemeen

0

0

0

21

Geheim

0

0

0

22

Nog onverdeeld

0

0

0

Vastgestelde begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar ... (bedragen x € 1.000)

Naam

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Saldo

Verplichtingen-kasagentschap 1

0

0

0

0

Verplichtingen-kasagentschap 2

0

0

0

0

Verplichtingen-kasagentschap 3

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

         

Naam

Baten

Lasten

Saldo

Baten-lastenagentschap 1

0

0

0

Baten-lastenagentschap 2

0

0

0

Baten-lastenagentschap 3

0

0

0

Totaal

0

0

0

Vastgestelde begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen voor het jaar ... (bedragen x € 1.000)

Naam

Totaal kapitaaluitgaven

Totaal kapitaalontvangsten

Baten-lastenagentschap 1

0

0

Baten-lastenagentschap 2

0

0

Baten-lastenagentschap 3

0

0

Totaal

0

0

TOELICHTING

  • In de kop wordt de naam van de niet-departementale begroting vermeld met tussen de haken het nummer van de betrokken begroting in Romeinse cijfers. Het Romeinse nummer herhalen in de subkop tussen de haken achter «Begrotingsstaat» en de naam van de niet-departementale begroting (zonder Romeins nummer) herhalen in de subkop op de plaats van de puntjes (boven «Bedragen x € 1.000»). De nummering is conform de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (zie De inrichting van de rijksbegroting).

  • Van een begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen zal geen sprake zijn bij de begrotingen I, IIA, IIB en IV. Het is wel mogelijk in combinatie met een begroting van een programmaminister. In dat geval in de kop «begrotingsstaat» vervangen door «begrotingsstaten».

  • De termen «kapitaaluitgaven» en -'ontvangsten' worden als volgt gedefinieerd: kapitaaluitgaven betreft de som van investeringen, eenmalige uitkeringen aan moederdepartement en aflossingen op leningen; kapitaalontvangsten betreft de som van desinvesteringen, eenmalige storting door moederdepartement en beroep op de leenfaciliteit.

  • Voor deze posten wordt verder verwezen naar de agentschapsparagraaf (zie model 1.35 en model 1.35a).

  • De niet-departementale begrotingen (I, IIA, IIB, IV, IXA, XVII, XVIII) hoeven geen apart centraal apparaatsartikel op te nemen in de begroting.

  • In de leeswijzer van niet-departementale begrotingen wordt vermeld dat er sprake is van een afwijkend regime voor het centraal apparaatsartikel.

  • De programmabegrotingen maken voor de uitvoering van het programma gebruik van het apparaat van een ander ministerie. Er wordt dan ook geen apart centraal apparaatsartikel in de begroting opgenomen.

  • In de leeswijzer van de begrotingen van de programmaministers wordt vermeld dat voor de uitvoering van het programma gebruik wordt gemaakt van het apparaat van een ander ministerie.