Model 1.25 - Begrotingsstaat niet-departementale begroting (inclusief eventuele programmabegrotingen) en begrotingsfonds
Art. |
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (1) |
||
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
Totaal |
0 |
0 |
0 |
|
Beleidsartikelen |
||||
1 |
Beleidsartikel 01 |
0 |
0 |
0 |
2 |
0 |
0 |
0 |
|
3 |
0 |
0 |
0 |
|
4 |
0 |
0 |
0 |
|
5 |
0 |
0 |
0 |
|
0* |
0 |
0 |
0 |
|
Niet-beleidsartikelen |
||||
20 |
Algemeen |
0 |
0 |
0 |
21 |
Geheim |
0 |
0 |
0 |
22 |
Nog onverdeeld |
0 |
0 |
0 |
Naam |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Saldo uitgaven en ontvangsten |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen-kasagentschap 1 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen-kasagentschap 2 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen-kasagentschap 3 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
0 |
0 |
0 |
0 |
Naam |
Baten |
Lasten |
Saldo |
|
Baten-lastenagentschap 1 |
0 |
0 |
0 |
|
Baten-lastenagentschap 2 |
0 |
0 |
0 |
|
Baten-lastenagentschap 3 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal |
0 |
0 |
0 |
Naam |
Totaal kapitaaluitgaven |
Totaal kapitaalontvangsten |
---|---|---|
Baten-lastenagentschap 1 |
0 |
0 |
Baten-lastenagentschap 2 |
0 |
0 |
Baten-lastenagentschap 3 |
0 |
0 |
Totaal |
0 |
0 |
Art. |
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
||
---|---|---|---|---|
Beleidsartikel |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
|
1 |
Beleidsartikel 01 |
0 |
0 |
0 |
2 |
Beleidsartikel 02 |
0 |
0 |
0 |
0* |
Niet-beleidsartikel 0* |
0 |
0 |
0 |
Sub-totaal |
0 |
a(t) |
b(t) |
|
0* |
Na-/Voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1) |
u(t-1)-o(t-1) |
o(t-1)-u(t-1) |
|
Sub-totaal |
u(t) |
o(t) |
||
0* |
Na-/Voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotingsjaar jaar (t) |
o(t)-u(t) |
u(t)-o(t) |
|
Totaal |
c(t) |
d(t) |
TOELICHTING
In de kop en in de subkop wordt tussen de haken het nummer van de betrokken begroting in Romeinse cijfers ingevuld, conform de nummering in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (zie De inrichting van de rijksbegroting).
Van een begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen zal geen sprake zijn bij de begrotingen I, IIA, IIB en IV. Het is wel mogelijk in combinatie met een begroting van een programmaminister. In dat geval in de kop «begrotingsstaat» vervangen door «begrotingsstaten».
De termen «kapitaaluitgaven» en -'ontvangsten' worden als volgt gedefinieerd: kapitaaluitgaven betreft de som van investeringen, eenmalige uitkeringen aan moederdepartement en aflossingen op leningen; kapitaalontvangsten betreft de som van desinvesteringen, eenmalige storting door moederdepartement en beroep op de leenfaciliteit. Voor deze posten wordt verder verwezen naar de agentschapsparagraaf (zie model 1.35 en model 1.35a).
De niet-departementale begrotingen hoeven geen apart centraal apparaatsartikel op te nemen in de begroting.
In de leeswijzer van niet-departementale begrotingen wordt vermeld dat er sprake is van een afwijkend regime voor het centraal apparaatsartikel.
De programmabegrotingen maken voor de uitvoering van het programma gebruik van het apparaat van een ander ministerie. Er wordt dan ook geen apart centraal apparaatsartikel in de begroting opgenomen.
In de leeswijzer van de begrotingen van de programmaministers wordt vermeld dat voor de uitvoering van het programma gebruik wordt gemaakt van het apparaat van een ander ministerie.
De inhoud van het model voor het begrotingsfonds wordt zoveel mogelijk toegepast. Niet alle onderdelen zullen gelden voor elk fonds. De subtotalen voor de uitgaven en de ontvangsten moeten in elk geval uit de staat blijken. Deze subtotalen worden verwerkt in de Rijksbegroting (Miljoenennota) en - wat betreft de realisaties - in de Rijksrekening (Financieel Jaarverslag van het Rijk). In de kolom «verplichtingen» worden géén (sub)totalen opgenomen. Ook de gecumuleerde saldi van het vorige en het huidige jaar moeten worden opgenomen. In de oorspronkelijke begroting kan zo nodig worden volstaan met een PM-raming; in de rekening (jaarverslag, zie model 3.30b) wordt het realisatiebedrag opgenomen.
In de begroting van een fonds worden geen apparaatsuitgaven/ontvangsten opgenomen. Apparaatsuitgaven/ontvangsten dienen te worden geautoriseerd in het begrotingshoofdstuk van het moederdepartement.
Wel kunnen uitgaven die in een artikel uit een begrotingshoofdstuk als programma-uitgaven zijn opgenomen, in een fonds worden uitgesplitst in apparaat (van een agentschap of ZBO/RWT) en/of programmakosten.
In de leeswijzer bij de begroting van het fonds wordt aangegeven dat de apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement.