Model 4.80 - Begrotingswetsvoorstel incidentele suppletoire begroting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van … (...) voor het jaar 20.. (Incidentele suppletoire begroting inzake [onderwerp]).

VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van ... (...), (van de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie en van de begrotingsstaat van het begrotingsfonds ......,) voor het jaar ....;

Zo is het, dat Wij met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De departementale begrotingsstaat voor het jaar 20... wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 2 

De begrotingsstaat inzake agentschappen voor het jaar 20.. wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 3

De begrotingsstaat van het begrotingsfonds voor het jaar 20.. wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 4

De vaststelling van de begrotingssta(a)t(en) geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 5

Deze wet treedt in werking met ingang van ... van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van ..., dan treedt zij inwerking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met …… van het onderhavige begrotingsjaar.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van ...

TOELICHTING

Algemeen

Een incidentele suppletoire begroting (ISB) wordt opgesteld als er tussen de ontwerpbegrotingswet en een suppletoire begrotingswet een extra suppletoire begrotingswetswijziging nodig is. Bijvoorbeeld door een onverwachte grote beleidswijzigingen die meer geld gaan kosten dan in de begroting voor het beleid is geraamd. Het gaat om beleidswijzigingen die niet kunnen wachten tot de besluitvorming over de reguliere suppletoire wetten. De ISB's worden, net als alle begrotingswetsvoorstellen, voor de uitvoering van deze beleidswijziging door de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer ter autorisatie voorgelegd. In een begeleidende brief van de minister aan de voorzitter van de Tweede Kamer worden de redenen en de consequenties van betreffende beleidsaanpassing toegelicht. Deze brief is vormvrij.

De incidentele suppletoire begroting en de begeleidende brief worden na ondertekening door de minister bij de directie begrotingszaken van het Ministerie van Financiën in 2-voud op papier en digitaal (door middel van plaatsing in de daartoe bestemde digitale map in de samenwerkingsruimte) ingediend. Financiën zorgt er vervolgens voor dat de stukken worden aangeboden bij de Tweede Kamer.

In de tekst van de kop wordt tussen de haken het nummer van de betrokken begroting in Romeinse cijfers ingevuld, conform de nummering in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (zie De inrichting van de rijksbegroting).

N.B. Voor de niet-departementale begrotingen (waaronder de programmabegrotingen) wordt voor de teksten voortgebouwd op de modellen van de begrotingen (zie modellen 1.11 - Wetsvoorstel specifieke begroting (inclusief eventuele programmabegrotingen) , 1.12 - Wetsvoorstel specifieke begroting (Algemene Zaken (IIIA), Kabinet van de Koning (IIIB) en Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (IIIC) , 1.13 - Wetsvoorstel begroting begrotingsfonds en 1.14 - Wetsvoorstel departementale begroting en begroting begrotingsfonds).

Toelichting op artikel 2

Opname van artikel 2 in de departementale begrotingsstaat is facultatief. Voor een agentschap kan worden volstaan met één suppletoire begroting, te weten de Slotwet. Ingeval alleen de Slotwet wordt toegepast, blijft dit artikel in de (incidentele) suppletoire begroting achterwege.

Als er geen sprake is van agentschappen of als de begrotingsstaat inzake agentschappen niet wijzigt, vervalt wetsartikel 2. In dat geval wordt in de kop en in wetsartikel 4 «begrotingsstaten» vervangen door «begrotingsstaat» en de wetsartikelen worden vernummerd.

Toelichting op artikel 3

Indien de oorspronkelijke begroting van het fonds tezamen met de departementale begroting in één begrotingswet is opgenomen (zie 1.14 - Wetsvoorstel departementale begroting en begroting begrotingsfonds ), worden ook de suppletoire begrotingen in één suppletoire begrotingswet opgenomen. In dat geval wordt één incidentele suppletoire begroting opgesteld voor het fonds en de departementale begroting.

Opname van artikel 3 in de departementale begrotingswet is facultatief. Als er geen sprake is van een begrotingsfonds of ingeval de begrotingsstaat van het begrotingsfonds niet wijzigt, vervalt artikel 3. In dat geval in de kop en in wetsartikel 4 «begrotingsstaten» vervangen door «begrotingsstaat» en de wetsartikelen vernummeren.

Toelichting op artikel 5

Als de incidentele suppletoire begroting vóór de 1e suppletoire begroting (in verband met de Voorjaarsnota) wordt ingediend, dan moet in artikel 5 een datum worden ingevuld die vóór 1 juni ligt.

Als de incidentele suppletoire begroting vóór de 2e suppletoire begroting (in verband met de Najaarsnota) wordt ingediend dan moet in artikel 5 een datum worden ingevuld die vóór 1 december ligt.

Het voorgaande is noodzakelijk om mogelijke problemen te voorkomen, die kunnen ontstaan indien de parlementaire behandeling van een «latere» suppletoire begroting (bijvoorbeeld de 2e suppletoire begroting) eerder wordt afgerond dan die van een eerder ingediende suppletoire begroting (bijvoorbeeld de incidentele suppletoire begroting).

Toelichting Ondertekening minister

De Minister ondertekent niet het voorstel van wet van de incidentele suppletoire begroting. De minister zet alleen zijn handtekening ondertekening onderaan de artikelsgewijze toelichting (niet de begrotingstoelichting) van de memorie van toelichting, zie toelichting bij model 4.81 - Memorie van toelichting ISB.