Model 2.21 - Departementale begrotingsstaat
Art. |
Omschrijving |
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
Totaal |
||||||||||
Beleidsartikelen |
||||||||||
1 |
Artikel naam |
|||||||||
... |
... |
|||||||||
14 |
... |
|||||||||
Niet-beleidsartikelen |
||||||||||
20 |
Algemeen |
|||||||||
21 |
Apparaat Kerndepartement |
|||||||||
2* |
Evt. overige (apparaat) niet-beleidsartikelen |
|||||||||
2* |
Geheim |
|||||||||
2* |
Nog onverdeeld |
TOELICHTING
In de kop wordt tussen de haken het nummer van de betrokken begroting in Romeinse cijfers ingevuld, conform de nummering in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (zie De inrichting van de rijksbegroting).
De verplichtingenbedragen worden getotaliseerd.
De gerealiseerde bedragen worden steeds naar boven afgerond (€ 1.000).
De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in de toelichting op de begrotingsartikelen.
De niet-departementale begrotingen (I, IIA, IIB, IV, IXA, XVII, XVIII) hoeven geen apart centraal apparaatsartikel in de suppletoire begroting op te nemen (aansluitend op de indeling van de oorspronkelijke begroting). Dit geldt tevens voor de departementale begroting III.