Model 3.52 - Begrotingsstaat agentschap

Wijziging van de begrotingsstaten van het agentschap ... van het Ministerie van … (...) voor het jaar 20.. (Slotwet)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Mutaties (+ of -) 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties (+ of -) 2e suppletoire begroting (3)

Totaal geraamd (4) = (1) + (2) + (3)

(5) Realisatie

Slotwetmutaties (+ of -) (6) = (5) - (4)

Baten-lasten agentschap ...

           
             

Totale baten

           

Totale lasten

           

Saldo van baten en lasten

           
             

Totale kapitaal ontvangsten

           

Totale kapitaal uitgaven

           
             

Verplichtingen-kas agentschap ...

           
             

Totale ontvangsten

           

Totale uitgaven

           

Totaal verplichtingen

           

Saldo van ontvangsten en uitgaven

           

TOELICHTING

  • In de kop wordt tussen de haken het nummer van de betrokken begroting in Romeinse cijfers ingevuld, conform de nummering in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (zie De inrichting van de rijksbegroting).

  • De verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in de kolom slotwetmutaties (op basis van artikelen 1.1 en 2.30 van de Comptabiliteitswet 2016 en de Begrippenlijst) worden steeds naar boven afgerond (€ 1.000) omdat er bij het naar beneden afronden van de verplichtingen en de uitgaven het risico bestaat dat er te weinig budget wordt geautoriseerd. Dat risico geldt niet voor de ontvangsten. Er mag namelijk meer worden ontvangen dan dat er in totaal in de begroting is geraamd en wordt geautoriseerd. Om één (gelijke) afrondingsmethodiek in de slotwetten te hanteren worden daarom ook de ontvangsten naar boven afgerond.

  • Kolom 6: (+ of -): + is tekortschietend geraamd.

  • De termen «kapitaaluitgaven» en «-ontvangsten» worden als volgt gedefinieerd: kapitaaluitgaven; de som van investeringen, eenmalige uitkeringen aan moederdepartement en aflossingen op leningen; kapitaalontvangsten: de som van desinvesteringen, eenmalige storting door moederdepartement en beroep op de leenfaciliteit.

  • Deze definities bestaan uit verschillende posten die voorkomen in het kasstroomoverzicht (zie model 3.33).