Model 2.16 - Toelichting niet-beleidsartikelen
Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerpbegroting t naar de stand 1e suppletoire begroting t.
Ontwerpbe-groting t (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie t+1 | Mutatie t+2 | Mutatie t+3 | Mutatie t+4 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Programma-uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Financieel instrument yyy | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontwerpbegroting t (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie t+1 | Mutatie t+2 | Mutatie t+3 | Mutatie t+4 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Personele uitgaven | |||||||||
eigen personeel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
inhuur externen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven | |||||||||
ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
bijdrage aan SSO's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
overige materiële uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vul hier de uitsplitsing van de ontvangsten in (mits van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontwerpbegroting t (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie t+1 | Mutatie t+2 | Mutatie t+3 | Mutatie t+4 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Art. | Omschrijving | Loonbijstelling | Prijsbijstelling |
---|---|---|---|
Totaal van de verdeling | |||
Nog onverdeeld |
Ontwerpbegroting t (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie t+1 | Mutatie t+2 | Mutatie t+3 | Mutatie t+4 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
TOELICHTING
De tabellen geven conform dit model inzicht in de opbouw van de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de niet-beleidsartikelen (Apparaat Kerndepartement, Algemeen, Nog onverdeeld en Geheim). Dit model geeft de opbouw voor de eerste suppletoire begroting. Indien zinvol worden de mutaties toegelicht. Dat geldt niet voor de mutaties van het artikel Geheim en voor de onderdelen loon- en prijsbijstelling van het artikel Nog onverdeeld. Loon- en prijsbijstelling worden toegelicht bij 2e suppletoire begroting.
Indien de uitdeling van de loonbijstelling en de prijsbijstelling vanuit de betrokken aanvullende post in de miljoenennota wordt uitgedeeld, geschiedt dat gewoonlijk bij de Voorjaarsnotabesluitvorming. In dat geval worden die toedelingen in de 1e suppletoire begroting door departementen op het niet-beleidsartikel Nog onverdeeld verwerkt en worden de mutaties in het overzicht conform bovenstaand model in de begroting zichtbaar gemaakt. De verdeling vanuit deze centrale onderdelen Loon- en prijsbijstelling geschiedt vervolgens of direct bij de 1e of bij de 2e suppletoire begroting (en bij uitzondering in de slotwet). Die verdeling wordt dan via model 2.27 toegelicht.
Indien op het niet-beleidsartikel Nog onverdeeld in de ontwerpbegroting sprake was van een nog toe te bedelen negatief bedrag als gevolg van een nog in te vullen bezuiniging of taakstelling wordt dit bedrag in beginsel in de 1e suppletoire begroting toebedeeld en voorzien van een toelichting. [Conform toezegging van de Minister van Financiën tijdens het plenaire debat van het wetsvoorstel Comptabiliteitswet 2016 op 28 september 2016].
Alle (sub)totalen dienen de som te zijn van onderliggende detail regels. Indien er één of meerdere «waarvan» wordt opgenomen welke niet gelijk is met of optelt tot het (sub)totaal dient er een «waarvan overig» te worden opgenomen.
De departementsbrede programma-uitgaven worden conform de bepalingen voor een beleidsartikel toegelicht.
De niet-departementale begrotingen (I, IIA, IIB, IV, IXA, XVII, XVIII) hoeven geen apart centraal apparaatsartikel in de suppletoire begroting op te nemen (aansluitend aan de indeling van de oorspronkelijke begroting).
De te hanteren definities voor apparaatsuitgaven zijn opgenomen in de begrippenlijst (onderdeel Rijksbrede kostensoortentabel).
De verschillende onderdelen van bovenstaand model kunnen als aparte artikelen worden opgenomen (aansluitend aan de indeling van de oorspronkelijke begroting).
Amendementen hebben in beginsel betrekking op het begrotingsjaar. Soms kunnen amendementen een meerjarige werking hebben. Meerjarige begrotingsamendementen met een deugdelijke dekking worden zowel in het betrokken jaar als de jaren daarna in de (suppletoire) begrotingen, slotwetten en in de jaarverslagen meerjarig verwerkt. De verantwoordelijke minister kan hiervan slechts afwijken ingeval van ernstige bezwaren. In dat geval informeert de betrokken minister conform artikel 2.3, vijfde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 de Tweede Kamer afzonderlijk hierover. Zwaarwegende redenen kunnen betrekking hebben op het ontbreken van een deugdelijke dekking, het ontbreken van een meerjarige dekking of de technische onuitvoerbaarheid van het amendement. In een dergelijk geval worden de financiële gevolgen van amendementen die een meerjarige werking hebben alleen in de begrotingsstaat van het lopend jaar in de suppletoire begrotingen, slotwetten en in de jaarverslagen verwerkt. Deze procedure geldt ook wanneer een amendement alleen een eenmalige verwerking in de begroting beoogd. Uit de toelichting van dit model moet blijken of het amendement meerjarig of incidenteel wordt verwerkt (n.a.v. amendement Vermue tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Comptabiliteitswet 2016, 34426, nr. 12).