Model 4.61 - Amendement verschuiving bedragen (nulamendement)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van … (...) voor het jaar 20..

AMENDEMENT VAN HET LID …

Ontvangen …

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

Artikel X wordt vervangen door:

Wijziging artikel X (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Subsidies (regelingen)

   
 

Leningen

   
 

Garanties

   
 

Bekostiging

   
 

Inkomensoverdrachten

   
 

Opdrachten

   
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

   
 

Bijdrage aan medeoverheden

   
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

   
 

Bijdrage aan sociale fondsen

   
 

...

   
 

...

   

Toelichting

...

TOELICHTING

Dit model wordt gebruikt om een wijziging binnen één beleidsartikel tussen twee of meer artikelonderdelen aan te brengen, en dit ook door de Tweede Kamer te laten autoriseren door de bedragen per artikelonderdeel in de begrotingsstaat op te nemen. Het bedrag op artikelniveau kan in dit model ongewijzigd blijven, maar een combinatie met een verlaging of een verhoging is mogelijk. De onderverdeling in het oorspronkelijke wetsvoorstel blijkt uit de artikelsgewijze toelichting. In het amendement moeten alle artikelonderdelen van het geamendeerde begrotingsartikel worden opgenomen en niet alleen de onderdelen waarin zich verschuivingen voordoen.

Gebruikelijk is dat een minister de Tweede Kamer alleen informeert over verschuivingen tussen artikelonderdelen. Als de Tweede Kamer de begroting via dit model amendeert, moet een minister ook voor een verschuiving tussen artikelonderdelen de Tweede Kamer om autorisatie vooraf verzoeken. Er worden «harde schotten» tussen de artikelonderdelen aangebracht. Dergelijke verzoeken vinden normaal gesproken plaats in de suppletoire begroting bij Voorjaarsnota en/of Najaarsnota.

Volgens artikel 2.3, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 vindt de autorisatie van een begrotingsstaat op artikelniveau plaats (het budgetrecht van de Kamers). Het is de bedoeling dat artikelonderdelen bij uitzondering via amendering in de begrotingsstaat worden opgenomen. Als artikelonderdelen door amendering in de begrotingsstaat van jaar t zijn opgenomen, handhaaft de betrokken minister die artikelonderdelen in de suppletoire begrotingen en het departementale jaarverslag van jaar t. In de begrotingsstaat van het nieuwe begrotingsjaar (t+1) zullen de artikelonderdelen vervolgens weer alleen in de toelichting op het beleidsartikel terug te vinden zijn.

Amendementen hebben in beginsel betrekking op het begrotingsjaar. Soms kunnen amendementen een meerjarige werking hebben. Meerjarige begrotingsamendementen met een deugdelijke dekking worden zowel in het betrokken jaar als de jaren daarna in de (suppletoire) begrotingen, slotwetten en in de jaarverslagen meerjarig verwerkt. De verantwoordelijke minister kan hiervan slechts afwijken ingeval van ernstige bezwaren. In dat geval informeert de betrokken minister conform artikel 2.3, vijfde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 de Tweede Kamer afzonderlijk hierover. Zwaarwegende redenen kunnen betrekking hebben op het ontbreken van een deugdelijke dekking, het ontbreken van een meerjarige dekking of de technische onuitvoerbaarheid van het amendement. In een dergelijk geval worden de financiële gevolgen van amendementen die een meerjarige werking hebben alleen in de begrotingsstaat van het lopend jaar in de suppletoire begrotingen, slotwetten en in de jaarverslagen verwerkt. Deze procedure geldt ook wanneer een amendement alleen een eenmalige verwerking in de begroting beoogd. Uit de toelichting bij dit model moet blijken of het amendement meerjarig of incidenteel wordt verwerkt (n.a.v. amendement Vermue tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Comptabiliteitswet 2016, 34426, nr. 12).

Omdat bij dit model niet blijkt welke wijzigingen er precies ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel (inclusief toelichting) worden voorgesteld, is een goede toelichting bij het amendement met een verwijzing naar de gewijzigde bedragen van de bedoelde artikelonderdelen van groot belang. Uit de toelichting bij dit model moet blijken of het amendement meerjarig of incidenteel wordt verwerkt. Aanbevolen wordt om in de toelichting zo concreet mogelijk aan te geven welke verschuivingen worden beoogd in termen van aangepaste instrumenten (eventueel met bijbehorende streefwaarden). Daarmee verschaft de Tweede Kamer zich een referentiekader om het gevoerde beleid, zoals dat uit het jaarverslag blijkt, te beoordelen. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de gegevens die reeds in de toelichting van het betreffende beleidsartikel zijn opgenomen.