Model 2.99 - Exploitatie- en kasstroomoverzicht agentschap
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) | Mutaties Suppletoire begroting september (2) | Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) | |
---|---|---|---|
Baten | |||
- Omzet | 0 | 0 | 0 |
waarvan omzet moederdepartement | 0 | 0 | 0 |
waarvan omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 |
waarvan omzet derden | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 0 | 0 | 0 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 0 | 0 | 0 |
- Personele kosten | 0 | 0 | 0 |
waarvan eigen personeel | 0 | 0 | 0 |
waarvan inhuur externen | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële kosten | 0 | 0 | 0 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 |
- Materieel | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) | Mutaties Suppletoire begroting september (2) | Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 0 | 0 | 0 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 0 | 0 | 0 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 0 | 0 | 0 |
Totaal investeringen (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 0 | 0 | 0 |
TOELICHTING
Exploitatieoverzicht geeft inzicht in de opbouw vanaf de laatste vastgestelde begroting tot en met de stand van de Suppletoire begroting September.
Let op: in verband met het overgangsjaar naar nieuwe Regeling agentschappen 2024 moet voor het uitvoeringsjaar 2025 dit exploitatieoverzicht conform de RBV 2024 worden ingevuld. Vanaf de begroting 2026 is het exploitatieoverzicht conform de indeling van het nieuwe overeenkomstige model (1.35)van de ontwerpbegroting 2026 uit de RBV 2025.
Let op: per 1 januari 2025 is de nieuwe Regeling Agentschappen ingegaan. De nieuwe regeling geeft de mogelijkheid voor bekostiging op basis van output en/of input. Voor de uitvoering van het jaar 2025 wordt daarom naast het exploitatieoverzicht ook verwacht om in de toelichting alvast inzicht te geven in deze nieuwe categorieën van baten. Dat betekent dat in de toelichting wordt geduid hoe de huidige omzetcategorieën uiteenvallen in de nieuwe specificatie van baten. Voor een verdere toelichting over nieuwe specificatie van baten zie model 1.35.
Let op: bij regel 5 is de maximale roodstand 0,5 miljoen euro.
Kasstroomoverzicht: de uitsplitsing van de totale operationele kasstroom naar ontvangsten en uitgaven is verplicht per begroting 2017. Eerdere toepassing wordt aanbevolen. Indien de uitsplitsing nog niet blijkt uit de begroting uit eerdere jaren, dan kan volstaan worden in de betreffende kolom met vermelding van alleen het totaal van de operationele kasstroom.
Alle (sub)totalen dienen de som te zijn van onderliggende detail regels. Indien er één of meerdere «waarvan» wordt opgenomen welke niet gelijk is met of optelt tot het (sub)totaal dient er een «waarvan overig» te worden opgenomen.
Dit model wordt ingevuld bij cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting, voor zover mutaties ten opzichte van de oorspronkelijke begroting niet reeds zijn gemeld bij de 1e suppletoire begroting.
Daarbij geldt dat:
de cumulatieve mutaties worden bezien op het totaal aan baten of lasten van een agentschap (dus niet op een individueel item als bijvoorbeeld omzet moederdepartement of omzet derden);
de cumulatieve mutaties worden bezien ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting;
dit model niet ingevuld hoeft te worden, indien de mutaties bij 2e suppletoire per saldo 0 zijn. Het saldo is per categorie (baten of lasten).
Voorbeeld: bij 1e suppletoire is sprake van een overschrijding van 2% die absoluut minder is dan € 20 miljoen. Deze mutatie hoeft niet te worden toegelicht. Indien zich bij 2e suppletoire een overschrijding voordoet van 4%, dan moeten beide overschrijdingen worden gemeld bij de 2e suppletoire. Hoewel de twee afzonderlijke mutaties kleiner zijn dan 5%, is sprake van een cumulatieve overschrijding van de oorspronkelijk vastgestelde begroting met 6%.
Voorbeeld: in het geval er bij suppletoire begroting September- binnen het totaal aan baten - een mutatie van + € 25 miljoen (bijvoorbeeld omzet moederdepartement) en een mutatie van ‒ € 25 miljoen (bijvoorbeeld omzet derden) hebben voorgedaan, dan wordt dit model niet toegelicht. Immers, per saldo bedragen de cumulatieve mutaties 0 en is het totaal aan baten niet gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Voor overige bepalingen (zoals wat verstaan wordt onder 'derden') aangaande agentschappen zie de paragraaf inzake agentschappen in de voorschriften omtrent de departementale begrotingen natuurlijk de Regeling agentschappen 2024.