Paragraaf inzake agentschappen
Artikel 2.6 en 2.20 van de Comptabiliteitswet 2016
Bepalingen
Voor agentschappen bevat de paragraaf per agentschap de volgende onderdelen conform model 1.35:
de gespecificeerde staat van baten en lasten in meerjarig perspectief;
het kasstroomoverzicht;
een overzicht van aanvullende agentschapsindicatoren.
Onder het begrip ‘derden’ in de zin van Titel 9 van Boek 2 BW wordt ook verstaan iedere organisatie of ieder organisatieonderdeel van het Rijk anders dan het agentschap waarop de verslaggeving betrekking heeft.
TOELICHTING
Een nieuw agentschap moet in het eerste jaar van zijn bestaan een indicatieve openingsbalans in de ontwerpbegroting opnemen. De definitieve openingsbalans wordt opgesteld aan de hand van de realisatiecijfers uit het departementale jaarverslag van het voorafgaande jaar.
De begrotingsstaat wordt onderbouwd met een staat van baten en lasten, kasstroomoverzicht en een overzicht van doelmatigheidskengetallen. Opmerkelijke verschillen hierin moeten worden toegelicht. De hoogte van het leenplafond in het extrapolatiejaar wordt ten tijde van de begrotingsvoorbereiding in overleg met de Inspectie der Rijksfinanciën voorlopig vastgesteld. Ook aanvragen voor het instellen van nieuwe bestemmingsfondsen op de balans van een agentschap moet ten tijde van de begrotingsvoorbereiding aan de Inspectie der Rijksfinanciën worden voorgelegd.
Informatie over de doeltreffendheid van het beleid, de mate waarin het agentschap bijdraagt aan het bereiken van de beleidsdoelstellingen van het departement, wordt - indien zinvol en relevant - opgenomen in de toelichting bij de betreffende beleidsartikelen.