Model 1.01 - Inhoudsopgave begrotingsfonds (inclusief modelverwijzing)
Memorie van toelichting |
Model |
|
---|---|---|
1.1 |
Voorstel van wet |
zie model 1.13 en model 1.14 |
1.2 |
Begrotingstaat |
zie model 1.23 en model 1.24 |
1.3 |
Artikelsgewijzetoelichting bij begrotingswetsvoorstel |
zie model 1.30 |
1. Leeswijzer |
zie model 1.31 |
|
2. Beleidsagenda |
zie 1.32a, model 1.32b, model 1.32c |
|
3. Beleidsartikelen |
||
4. Niet-beleidsartikelen |
zie model 1.34a, model 1.34b, model 1.34c en model 1.34d |
|
1.4 |
Bijlagen |
|
- Bijlage 1: Verdiepingsbijlage |
zie model 1.41 |
|
- Bijlage 2: Moties en toezeggingen |
zie model 1.42 |
|
- Bijlage 3: Subsidieoverzicht |
zie model 1.43 |
|
- Bijlage 4: Evaluatie- en overig onderzoek |
zie model 1.44 |
TOELICHTING
Het wetslichaam heeft geen inhoudsopgave. De inhoudsopgave zoals deze wordt opgenomen in de memorie van toelichting begint pas bij onderdeel 1.3. De nummering begint dus ook bij dit onderdeel. In het model is voor het totaaloverzicht de gehele inhoud van een begrotingfonds opgenomen.
In de kop wordt de naam van het begrotingfonds met tussen de haken de letter van het betrokken begrotingsfonds vermeld, conform de nummering in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (zie De inrichting van de rijksbegroting).
De staafdiagrammen worden direct na de inhoudsopgave van de memorie van toelichting weergegeven.
Het wetslichaam en de memorie van toelichting beginnen beide met paginanummer 1.
De beleidsagenda en beleidsartikelen zijn conform de modellen 1.32 (a t/m e), 1.33 en 1.34 (a t/m d) opgebouwd voor zover geen afspraken met Financiën en de Tweede Kamer zijn gemaakt om hiervan af te wijken.